Ondersteun de zwakke lezer met deze 7 tips voor het (voor)lezen

Ondersteun de zwakke lezer tijdens het (voor)lezen.

 

Een leerlinggesprekje

Leerling A: “Als ik dyslectisch zou zijn, dan zou ik willen dat de tekst wordt voorgelezen, want dan blijf je bij met het tempo.”

Leerling B: “Nee, want een tekst wordt vaak saai voorgelezen. En als je zelf leest, dan kan je op toon lezen en dan begrijp je het beter”

Leerling A: “Oja! Zoals bij ma-aaar…dat is een tegenstelling en dan begrijp je de tegenstelling beter.”

Heerlijk om een gesprekje tussen 2 bovenbouw leerlingen te horen. Ze discussiëren over hoe een tekst beter begrepen kan worden.

 

Intonatie is mede bepalend hoe een boodschap overkomt

Toch kom ik tegenwoordig in klassen waar boeiend voorlezen door de leerkracht niet zo vanzelfsprekend is. Luisteren naar een leerkracht die het voorlezen niet onder de knie heeft, is niet zo leuk om naar te luisteren.

Leerkrachten moeten een goed voorbeeld geven hoe ze voorlezen. Ze moeten dit ook eisen van hun leerlingen. Soms is dat best even schroom overwinnen, zowel voor de leerkracht als voor de leerling.

Daarom tips die leerkrachten en leerlingen samen kunnen inzetten om de zwakke lezer te ondersteunen.

De eerste tip gaat over wat ik zie bij onderbouwleerkrachten.

 

Tip 1# Lezen en kijken

Bij een prentenboek zitten illustraties. Wanneer de leerkracht  voorleest met het boek op de schoot, is ze de enige die de hele tijd de prenten ziet. Leerlingen krijgen een korte blik op de illustratie als je het boek omhoog houd.

Het probleem is alleen dat de jonge leerlingen te weinig tijd hebben om de illustratie te koppelen aan wat ze gehoord hebben. En sommige leerlingen letten nu eenmaal minder goed op. Roepen ze: “Ju-uf, ik kan het niet zien!”

Helaas is dan de spanningsboog doorbroken.

Een andere manier: het prentenboek in de lucht houden, beetje naar voren buiten, opzij kijken en dan voorlezen. Om te voorkomen dat de arm snel zwaar wordt, kan het prentenboek in een standaard worden gezet. De leerkracht zit zelf zijdelings en leest voor.

De leerlingen hebben alle tijd om mee te kijken en zitten zo beter in het verhaal. De leerkracht kan gewoon doorlezen tot het einde van het verhaal, zonder onrustige momenten.

Ook de prenten op het digibord projecteren is een optie, maar zorg er dan voor dat de tekst er ook onder staat en lees voor.

Jonge kinderen zien dan wat de juf leest wat er staat, ze is hun voorbeeld.

 

Tip 2# Spanning opbouwen

Het is heel leuk om te spelen met de spanning in het verhaal.

Leer leerlingen bijvoorbeeld vertragen of versnellen tijdens het voorlezen. Of soms zelfs een enkele seconde een stilte laten vallen.

 

Tip 3# Intonatie

Verbazingwekkend maar waar: sommige leerkrachten lezen vrij monotoon voor.

Door de stem omlaag of omhoog  en harder of zachter te laten gaan, komt het verhaal meer tot leven. Een vraagteken of een uitroepteken klinkt bijvoorbeeld echt anders. Dat moeten leerlingen gaan nadoen.

 

Tip 4# Stemmen

Luister eens naar ‘Joris en de geheimzinnige toverdrank van Roald Dahl, voorgelezen door Jan Meng. Er zijn 5 personages: de verteller, Joris, zijn oma, zijn vader en zijn moeder. Allemaal krijgen ze hun eigen stem en dat maakt het verhaal nog veel levendiger dan het al is.

Zo ver hoeft een leerling niet te gaan natuurlijk, maar de leerkracht kan voordoen en laten nadoen dat in elk geval een mannenstem zwaarder klinkt dan een vrouwenstem. Niet te overdreven, maar die intonatie mag best.

 

Tip 5# Mimiek

Leerlingen kijken naar de leerkracht als hij/zij voorleest.

Helaas kijken sommige leerkrachten heel uitgestreken tijdens het voorlezen. Ik geloof in het effect van passende mimiek gebruiken op het gezicht. Lezen over iemand die verbaasd kijkt? Dan kijkt de leerkracht zelf ook verbaasd. Boos als de emotie in het verhaal? Dan dus boos kijken. Zo versterkt de leerkracht wat er staat en is de leerkracht een rolmodel voor leerlingen.

En af en toe is het voor leerlingen heerlijk als de leerkracht even opkijkt uit het boek. Leerlingen voelen zich gezien en blijven meer betrokken.

Laat leerlingen ook het gevoel van de tekst weerspiegelen op hun gezicht als ze zelf lezen.

 

Tip 6# Stop op tijd…

Is de (voor)leestijd ten einde? Laat een leerkracht stoppen met voorlezen bij een cliffhanger-moment. Spanning en sensatie! Uitkijken naar het volgend leesmoment is zo leuker voor de leerkracht en de leerling.

En dat volgende leesmoment begint een klein stukje terug in het verhaal. Zodat iedereen weer meegaat het cliffhanger-moment in en de spanning er gelijk weer goed in zit.

 

Tip 7# Klemtoon leggen op bepaalde woorden

Weinig leerkrachten gebruiken de klemtoon op woorden die ze onder de aandacht willen brengen. Om in het voorbeeld te blijven van de leerlingen. Ze hebben duidelijk een leerkracht gehad die hen onderwezen heeft over intonatie op een signaalwoord. En ze hebben geleerd hoe het signaalwoord te gebruiken voor hun tekstbegrip.

 

Er valt natuurlijk nog veel meer te schrijven over lezen op toon, vooral in het kader van de zwakke leerling.

  • Welke boeken worden er gekozen?
  • Hoe kan de samenwerking met bibliotheek en ouders vergroot worden?
  • Welke activiteiten koppelen we aan het boek? Bij de onderbouw is een verteltafel erg leuk, maar bij de bovenbouw zijn literaire gesprekken boeiend, waarbij ze hun ervaringen delen.

 

Zorg ervoor dat leerkrachten zonder schroom hun voorleesvaardigheden ontwikkelen en dat leerlingen dit ook leren, vooral de zwakke leerlingen.

Want intonatie helpt om de tekst beter te begrijpen. Daar zijn leerlingen het over eens. Dus ondersteun de zwakke lezer met (voor)leestips.

Lees meer over innerlijke spraak modelen.