De schrijver heeft invloed

Aan ongeveer 60 onderwijsprofessionals vroeg ik: “Waarom leer je leerlingen begrijpend lezen aan?” De antwoorden waren met name ‘vragen beantwoorden’ en ‘kennis vergaren’.

Maar wees eerlijk, welke leerling zit daarop te wachten?

Als je écht iets wilt begrijpen, dan heb je een doel nodig. Een betekenisvol doel dat zo relevant is dat de leerling daarvoor wil lezen en soms even droog wil oefenen met vragen beantwoorden.

Dit waargebeurde verhaal illustreert waarom begrijpend lezen een doel nodig heeft. En waarom goede teksten van levensbelang zijn.

 

De situatie

Al is het jaren geleden, het is de dag van gisteren. Op de tafel voor mij ligt een jongetje. Hij vertrouwt mij volkomen.

Af en toe neem ik de klas over van een collega. Ik ken het jongetje. Hij zit in de middenbouw voor leerlingen speciaal dovenonderwijs.

De arts naast me neemt mij een medisch examen af.

 

Het probleem van mijn leerling

Het jongetje heeft een luchtpijpvernauwing. Daarom heeft hij een gaatje in zijn hals gekregen, naar zijn luchtpijp toe. Een heel gek idee: ik vind dat de medische wetenschap een ingenieus alternatief voor zijn probleem heeft bedacht. De tracheacanule, een dun buisje met een bochtje erin waardoor hij ademt.

Ik vervang al een poosje de filters, geen probleem. Het geheel zit goed vast met een elastiek rondom zijn nek. Ik vind met name het gevaar eng: dat hijzelf of een ander kind de tracheacanule er volledig uit trekt. Dan kan hij geen ademhalen. En daarom moet ook ik medisch gecertificeerd zijn.

 

Een medisch examen in het vooruitzicht

Weken oefen ik droog op een pop. Ik leer een reader uit mijn hoofd om het examen te halen. Achtergrondinformatie, een stappenplan dat tot in detail uitgevoerd moet worden, een calamiteitenplan… ik moet het allemaal kennen.

Want één verkeerde handeling kan dodelijk zijn.

Omdat ik zenuwachtig ben voor het examen, bevraag ik mijn collega hoe zij het examen heeft gehaald. Ze vertelt over haar spanning en dat ze gewoon maar het examen in gegaan was.

 

Zo werd ik getoetst

En nu ben ik aan de beurt. Ik zit klaar in een leeggeruimd lokaal.

Zó, wat stelt die arts pittige examenvragen. Elke grote lijn en elk detail moet ik onder woorden brengen. Ik ben best een beetje trots op mijzelf dat ik daar al doorheen kom.

Vervolgens mag ik door naar het examendeel met de pop. Zo’n EHBO-pop. Met zo’n speciaal hygiënisch alcoholgeurtje. Alleen deze pop heeft een gaatje in de hals. Net alsof iemand heeft gespeeld met de perforator. Maar goed, daar ga ik zo een tracheacanule in stoppen. Het stappenplan weet ik keurig uit te voeren. Ik krijg nog een praktische aanwijzing van de arts om de beweging nog vloeiender te doen, zodat de leerling er straks zo min mogelijk van voelt.

Ik voel de spanning stijgen. Mijn leerling komt in zijn rolstoel binnen. Ik ben blij met het bemoedigende knikje van mijn collega. Een heel serieus examen. Ik moet dus de complete tracheacanule verwisselen bij deze jongen. Ik bereid hem voor door te communiceren met gebaren. Vol vertrouwen ligt hij op de tafel. Hij kijkt mij aan. Ik maan mijzelf tot rustig denken en handelen. Stap voor stap leg ik alles klaar, zoals ik leerde uit de reader. Ik blijf hem geruststellen met gebaren.

 

ALARM!

Met mijn linkerhand haal ik de tracheacanule eruit. Maar het gaatje gaat dicht! DICHT! Niet zo’n open geperforeerd gat als bij de pop! Dicht, zoals een navel dicht zit!

Op geen enkel plaatje, niet in de tekst van de reader en niet van mijn collega heb ik meegekregen dat de huid daar zacht en flexibel is. Dat de huid flubberig het gaatje dicht kan maken.

Daar sta ik in freeze-stand, mijn rechterhand nog in de lucht. Ik realiseer mij zelfs dat ik gebiologeerd toekijk. Gek dat de huid wel beweegt om erdoorheen te willen ademen. Maar dat lukt bij hem niet zonder tracheacanule.

Plotseling zie ik ineens de ogen van mijn leerling groot worden van paniek. Ademnood! Ik moet wat doen, maar er is geen gat zichtbaar!

“Doe de canule er maar rustig in,” hoor ik de arts op datzelfde moment zeggen. In een geautomatiseerde beweging doe ik wat ze zegt. Voorzichtig drukt ik de huid open met de tracheacanule. De jongen begint gelijk te ademen via het buisje. Ik knik hem toe. Netjes rond ik de medische handeling af.

 

Cruciale informatie

Met knikkende knieën zit ik later tegenover haar. Mijn handen trillen na. Ik ben geslaagd.

Maar ik wil wel even napraten. Vanbinnen ben ik eigenlijk heel boos. Ik miste cruciale informatie in de tekst van de reader over het gaatje in de hals. Dat bleef helemaal niet open staan zoals op de plaatjes. Het kan dicht gaan en de oplossing is dan om er heel zachtjes tegen aan te drukken om het gaatje te openen.

Hier was ik niet op voorbereid. Ik ben me kapot geschrokken.

“Net iets te kort aan informatieoverdracht maakte bijna het verschil uit tussen leven en dood bij mijn leerling”, zeg ik netjes maar wel boos. Gelukkig beaamt de arts wat ik aangeef, het had erin moeten staan. Ze neemt het mee.

 

Het belang van goede teksten bij een doel

Al is het jaren geleden, het laat mij nog steeds zien hoe belangrijk goede informatieoverdracht is. Hoe belangrijk dus een goede schrijver is om een rijke tekst te schrijven.

Zoals je las, was het mijn belang dat de tekst kloppend was. Passend bij de realiteit. Ik wilde vooraf de tekst begrijpen, zodat ik de examenvragen goed beantwoordde en natuurlijk om veilig te handelen bij mijn leerling.

Voor mij waren het lezen van de reader, het oefenen en het examen noodzakelijk om in een noodgeval het leven van mijn leerling te redden. Dat was mijn doel.

 

Eerst de basis

Laten we niet vergeten dat begrijpend lezen meer is dan alleen vragen beantwoorden en kennis vergaren. Begrijpend lezen heeft een doel. Het gaat via studerend lezen naar het toepassen in een beroep.

Daarom eerst terug naar de basis op school.

Hopelijk heb je goede, rijke teksten voor je leerlingen. Maar welke tekst een leerling ook leest, hij/zij moet de tekst kunnen ontsleutelen door middel van innerlijke spraak.

Alleen al dat ontsleutelen blijkt heel moeilijk te zijn voor veel leerlingen. Help ze daarom met het visueel maken van wat ze lezen. Zodat ze leren denken volgens een vaste structuur om verbanden te leggen en ‘missing links’ te zien. Maak leerlingen daarom eerst alert op de tekstinhoud en het doel waarom deze tekst relevant is.

Lees meer over innerlijke spraak bij leerlingen stimuleren.