Voorlezen

Voorlezen

Vooral jonge kinderen worden het meest voorgelezen. Prentenboeken en korte verhalen spreken tot de verbeelding.

Prentenboeken gaan vaak over dieren die van alles beleven. Als ik in mijn boekenkast kijk, dan heb ik maar een enkel prentenboek wat over mensen gaat. Vaak zijn het dieren met menselijke karakters die van alles meemaken met een hoog schattigheidsgehalte. Maar vergis je niet, sommige prentenboeken hebben wel moeilijke woorden of een diepgaande verhaallijn.


Maar voorlezen aan kinderen die in de midden- en bovenbouw zitten, is net zo belangrijk. Het is heerlijk om meegenomen te worden in een verhaal. Vooral als de voorlezer spanning in het verhaal creëert.

Tips bij voorlezen

Spanning creëren kan op verschillende manieren.

Gebruik je stem:

  • Voorkom dat je monotoon voorleest.
  • Hard: bij roepen in het verhaal of als iemand boos is.
  • Zacht: bij fluisteren in het verhaal als het spannend wordt.
  • Langzaam: als er bijvoorbeeld een langzame slak is, of als het verhaal spannender gaat worden. Ook dan kun je vertragen.
  • Snel: als er bijvoorbeeld een snelle haas is, of er gerend wordt in het verhaal. Dus als er actie plaats vindt, dan kun je versnellen met je uitspraak.
  • Hoog: als er een muizenstemmetje is, of als iemand heel bang is.
  • Laag: als er een zware mannenstem nodig is.

Gebruik je mimiek en lichaamsbeweging:

  • Zet grote ogen op bij verbazing of een schrikreactie in het verhaal.
  • Trek je wenkbrauwen op (idem).
  • Frons je wenkbrauwen als iemand boos is in het verhaal.
  • Gebruik je handen/armen als je iets wil aanwijzen of bij verbazing.

Waarom creëer je spanning tijdens het voorlezen of zelf laten lezen?

Er is maar 1 echt sterke reden.....


Door inlevingsvermogen krijgen leerlingen inzicht en empathie voor de verschillende standpunten. Ze leren daarnaast ook beter oplossingsgericht denken. 

Vragen stellen over de tekst

Om het inlevingsvermogen nog verder te versterken stel je vragen aan de kinderen over de tekst. 

Het leuke is dat ik heb ontdekt dat tekstverbanden heel logisch met elkaar samenhangen en dat je dus vragen kunt stellen bij deze tekstverbanden.

Een vraag over de oorzaak kun je uiteraard ook op een andere manier stellen. Denk aan: 'hoe komt dat?' Wees dus vooral creatief met vragen stellen.



Opdracht

Lees vaker voor met intonatie en mimiek. Dat is het begin van inlevingsvermogen. En stel vragen over de tekst. 

Uiteraard mag je vragen hoe ze het boek vonden. Dan hebben ze het over hun eigen mening. Die mag kritisch zijn, maar wel dat ze het leren onderbouwen door te vertellen waarom ze iets vinden. 


Heb je vragen of heb je behoefte aan persoonlijk advies? Aarzel niet om contact met me op te nemen om te overleggen wat ik voor je kan betekenen. Mail me via: contact@onderwijs2go.nl.