Welke leerkrachtvaardigheden zijn nodig bij begrijpend lezen?
Welke leerkrachtvaardigheden zijn nodig bij begrijpend lezen?
Leerkrachten hebben sterke vaardigheden nodig om leerlingen vooruit te helpen in het begrijpen van wat ze lezen. Lezen wordt de hele dag gedaan, dus niet 45 minuten in de week (of paar keer per week), maar iets begrijpen is een way-of-life.
Om leerlingen daarin mee te nemen kun je werken met onderstaande begeleidingscyclus.
- Tekstkeuze (materiaal)
- Instructie
- Werktijdbegeleiding en Fouten-Analyse
- Interventies
- Effect
Tekstkeuze
Het begint al bij het kiezen van teksten die je aanbiedt. Maak een goede keuze in de onderwerpen en teksten. Over welke onderwerpen moet een leerling lezen en leren om zichzelf verder te ontwikkelen als persoon en om beter deel te nemen aan onze maatschappij. Doordat methodes worden gevolgd, wordt vaak vergeten dat leerkrachten hierin ook keuzes kunnen maken.
De visie van de school en de sturing vanuit bestuur en directie zijn hierbij ook bepalend wat er aangeboden wordt.
Om je te inspireren om na te denken over de tekstkeuzes kun je bijvoorbeeld kijken naar onze politieke thema’s op de site van de rijksoverheid.
Binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties
- Hoe behouden we de democratie?
- Hoe wonen we in een betaalbare, veilige en energiezuinige woning?
Buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
- Hoe kunnen we goed zaken doen met het buitenland?
- Hoe helpen we landen waar het niet goed gaat?
- Hoe zorgen we voor de vrede in regio's?
Defensie
- Hoe zorgen we voor vrede en veiligheid, zodat er stabiliteit en vrijheid is in de wereld?
Economische zaken en Klimaat
- Welke ondernemingen zetten duurzaam hun producten en diensten op de markt:
- Lokaal?
- Nationaal?
- Internationaal?
- Welke maatregelen moeten we nemen i.v.m. het klimaat?
Justitie en veiligheid
- Hoe maken we ons land veiliger en rechtvaardig?
Financiën
- Hoe gaan we om met ons geld?
- Wat zijn inkomsten en uitgaven?
- Hoe werkt de belastingdienst?
- Hoe werken de banken?
Infrastructuur (verkeer) en waterstaat
- Hoe reizen we prettig en veilig van de ene naar de andere plek?
Landbouw, natuur en voedselkwaliteit
- Hoe zorgen we voor een duurzame en goede voedselvoorziening?
- Hoe houden we onze omgeving leefbaar?
Onderwijs, cultuur en wetenschap
- Wat is belangrijk om te leren?
- Hoe worden we slim, vaardig en creatief?
Sociale zaken en werkgelegenheid
- Welke beroepen zijn beschikbaar en relevant?
- Wat levert het aan inkomsten op?
- Hoe verloopt migratie?
- Hoe gaan we met elkaar om?
Volksgezondheid, welzijn en sport
- Hoe leven we?
- Hoe blijven we gezond?
- Hoe voelen we (jong en oud) ons prettig?
ICT/Techniek
- Welke technologische ontwikkelingen zijn in er?
- Welke techniek hebben we nodig (nu en de toekomst, denk ook aan robotica)?
- Welke ICT-vaardigheden hebben we nodig?
Dan kan je daar allerlei tekstsoorten bij kiezen als bron. Denk aan vrij leesboeken uit de (school)bibliotheek, (online) krantenartikelen, lesboeken (zaakvakken), zakelijke brieven, websites.
Instructie
Goede instructie geven is van groot belang. Na het kiezen van teksten komt de instructie. Allereerst gaat het om het relevant maken dat de tekst die je leest ertoe doet. Dit kan met maatschappelijke vraagstukken die leven in de politiek of een persoonlijk leesdoel. Als je leerlingen niet duidelijk kunt maken waarom ze deze tekst moeten lezen, dan gaat er iets mis!
Wees ook gewoon eerlijk als je leest om het oefenen voor een Cito-toets, al ben er geen voorstander van om teaching to the test te lezen.
Activeer de voorkennis over onderwerp als je daar in de klas al over hebt gewerkt. Dus niet de achtergrondkennis van de leerlingen die ze mee nemen naar school, dat maakt namelijk een zwakke lezer nog zwakker.
Model als leerkracht sterk:
- Lezen met intonatie.
- Innerlijke spraak: hoe je een tekst doorneemt als je tegen jezelf praat. Dan gaat het echt om het begrijpen van de inhoud, niet om de eigen mening gelijk te vormen of wat je er wel/niet al van weet. Het gaat echt om het luisteren naar de schrijver en het achterhalen van moeilijke woorden. Werk het begrijpen van de tekst schematisch uit met leerlingen. Een manier om dit te doen is met Sterk BEGRIP om overzicht over de tekst of het onderwerp te krijgen door de informatie te ordenen.
- Beredeneren over de tekstverbanden over de hele tekst heen. Dus het doorgronden en goed snappen van de tekst.
- Samenvatten als alles goed is gelezen en begrepen.
- Conclusies trekken over de tekst.
- Taak-werkhouding bij het lezen en maken van toetsvragen.
Stel tijdens je instructie goede denkvragen aan leerlingen waar ze met elkaar over mogen discussiëren en kunnen opzoeken in de tekst. Denkvragen moeten echt inhoudelijk zijn om de schrijver goed te begrijpen.
De meest waardevolle vragen die leerlingen relevant vinden zijn:
- Wie heeft welk probleem en waarom?
- Hoe lossen ze het op?
- Welke meningen, emoties en onderliggende gedachten spelen ermee?
En als je een drukke klas hebt, pas dan je tempo omhoog aan, zodat er minder tijd is voor vervelend gedrag. En wissel de lessen af met actief werken en ontspanning. Maak een grapje, neem concrete voorwerpen mee of toon afbeeldingen of een video (niet te veel). Doe een kort spelletje bij de tekst. En geef complimenten voor een goede taak-werkhouding tijdens het begrijpen van allerlei teksten.
Werktijdbegeleiding en Fouten-Analyse
Natuurlijk heb je ook leerlingen aan je verlengde instructietafel zitten, die je op maat begeleidt. Daarover zo meer.
Maar tijdens het maken van je ronde in de klas, observeer je goed hoe leerlingen kijken.
- Wijzen ze wel eens bij tijdens het lezen of opzoeken?
- Lezen ze daadwerkelijk terug of doen ze alles uit hun hoofd?
- Zie je dat ze selecteren en elimineren bij meerkeuze vragen?
- Hoe reageren ze op je aanwijzingen?
- Mogen ze samen praten over teksten om van elkaar te leren? En nemen alle leerlingen dan ook het woord, of zijn er ook leerlingen die heel stil blijven?
De informatie die je uit je observaties haalt, geven aanleiding om interventies op te zetten.
Ook een fouten-analyse maken helpt voor onderwijs op maat geven.
Leerlingen kunnen heel veel verschillende denk-fouten maken. Daarom zijn observeren, leerling gesprekken en toetsen noodzakelijk om te achterhalen wat er misgaat, zodat fouten voorkomen kunnen worden.
Fouten worden gemaakt bij teksten, woorden, tekstverbanden en toetsen.
Teksten
- Emoties en gedachten zijn bij voorbaat al negatief
- Werkhouding: te vluchtig
- Maakt geen onderscheid tussen tekstsoorten en leeshouding
- Heeft moeite met het onderwerp van de tekst zoeken
- Is niet meer ontvankelijk voor wat er staat, te veel gericht op de eigen ervaringen en mening (eigen mening first)
- Leest radend/invullend op basis van eigen verwachtingen over de tekst (inlegkunde)
- Gebruikt geen/weinig intonatie
Woorden
- Slaat woorden over bij het lezen
- Heeft kleine woordenschat
- Heeft moeite met signaalwoorden
- Snapt verwijswoorden niet
Tekstverbanden
- Herkent de feiten niet
- Heeft moeite met perspectief wisseling – inlevingsvermogen
- Is zich niet bewust van een probleem in de tekst
- Snapt niet wat oorzaak en gevolg betekent
- Snapt niet wat doel – middel relatie is
- Herkent en onderscheidt geen meningen
- Ziet voorbeelden als hoofdzaak i.p.v. bijzaak
- Heeft moeite hebben samenvatten
- Weet niet wat het belangrijkste uit de tekst is
- Weet niet hoe hij/zij moet interpreteren en conclusies trekken
- Denkt van te voren al kritisch en creatief, dus leest met aannames/is bevooroordeeld
Toets
- Controleert geen antwoorden
- Heeft moeite met vraagwoorden
- Heeft moeite met ontkenningen
- Heeft moeite met meerkeuzevragen
- Heeft moeite met teruglezen
- Leest alleen korte stukjes tekst om antwoorden te zoeken (tekstenplukkerij)
- Heeft weinig inzicht in eigen leeshouding
Interventies opzetten
Tijdens de verlengde instructietafel wordt vaak dezelfde instructie nogmaals herhaald. Maar door heel goed te observeren en te luisteren om een fouten-analyse te maken tijdens het werken kun je beter onderwijs op maat bieden en dus sterkere interventies bedenken voor individuele leerlingen.
Daarnaast zijn toetsen een bron van informatie om te kijken wat er mis gaat. Dan is het namelijk makkelijker om gedegen interventies op te zetten om onderwijs op maat te geven.
Effect
Effect meten en bijsturen waar nodig helpt om de progressie verder in te zetten, dus blijf controleren of lesstof goed is begrepen.
Een methode-toets en Cito-toets laten zien of je voldoende instructie hebt gegeven om alert informatie uit een tekst te kunnen halen en te begrijpen.
Maar door het stellen van vragen in de klas kun je ook achterhalen of leerlingen de tekst goed hebben begrepen en goed hebben geïnterpreteerd. Vragen die gericht zijn op een gebeurtenis/probleem wat moet worden opgelost, oorzaak-gevolg relaties, doel-middelrelaties, feiten-meningen en emoties onderscheiden, hoofdzaak-bijzaak.
Om tot een goed begrip te komen is woordenschat voorwaardelijk! Zowel moeilijke vakinhoudelijke woorden, als vraagwoorden, verwijswoorden en signaalwoorden (voegwoorden).
Gebruik woorden daarom ook veel in je dagelijks taalgebruik, zodat leerlingen zelf ook actief gaan gebruiken.
En vergeet niet om complimenten te maken over inzet en de ontwikkeling van het begrip!
Sterk BEGRIP
Wil je gedegen groeien in je leerkrachtvaardigheden om je instructie verder te versterken en een gedegen fouten-analyse te maken n.a.v. Cito-toetsen, neem dan contact op om te werken met Sterk BEGRIP: contact@onderwijs2go.nl
Lees ook in deze blogserie
Wat is begrijpend lezen? (onderwijs2go.nl) (deel 1)
Waarom is begrijpend lezen belangrijk? (onderwijs2go.nl) (deel 2)
Welke vaardigheden heeft een leerling nodig bij begrijpend lezen? (onderwijs2go.nl) (deel 3)