Voorkennis activeren, wat is het wel en hoe liever niet
Wees voorzichtig met voorkennis activeren.
Voorkennis activeren. In het hele onderwijs zit ingebakken dat de voorkennis geactiveerd moet worden.
Bij begrijpend lezen is geeft dat een probleem. In dit artikel laat ik je zien hoe dat activeren in zijn werk gaat, wat de gevolgen ervan zijn en wat je eraan kan doen.
Hoe voorkennis wordt geactiveerd
Leerkrachten activeren voorkennis met vragen als: “Wie weet wat … zijn?” “Wat weet je al van [onderwerp]?”
Een intern begeleidster gaf aan dat leerlingen die veel voorkennis hebben over een onderwerp elke keer het woord hebben. Leerlingen met weinig voorkennis zullen niet snel hun mond opendoen, waarschijnlijk omdat het hen bevestigt dat ze te weinig weten.
Op die manier wordt met leerlingen ingevuld wat er nog gaat komen in de les. Dit zijn zaken die nog niet zijn onderwezen.
Voorkennis in het directe instructiemodel
Veel scholen werken met het directe instructiemodel. De start van de les bevat het onderdeel voorkennis activering. Gaat het daar om de al beschikbare eigen ervaringen, eigen kennis, eigen vaardigheden en eigen meningen?
Als ik de site van EDI bekijk, lees ik ”Voorkennis ophalen doe je niet door te vragen wat de leerlingen al weten van het lesdoel, maar door naar gerelateerde eerder onderwezen leerstof te vragen.”
Het antwoord op de vraag of het gaat om reeds beschikbare eigen ervaringen, eigen kennis, eigen vaardigheden en eigen meningen is dan ‘nee’.
Toch gebeurt dit in de praktijk om leerlingen bij de les te betrekken, zo hoor ik van leerkrachten.
De gevolgen van het activeren van voorkennis
Leerkrachten zijn hierdoor bezig met een gesprek indammen. Want leerlingen weiden graag uit over hun belevenissen.
Bij begrijpend lezen kost het vervolgens tijd om de leerlingen met hun gedachten weer in het spoor van de tekst te krijgen.
Naast dat tijdsaspect is er nog iets heel anders gaande. Zonder dat je het als leerkracht in de gaten hebt, lezen de leerlingen interpreterend.
Een directrice constateerde dat leerkrachten het zelf in de hand hebben. Door voorkennis activering over het inhoudelijke onderwerp van de tekst gaan leerlingen met een gekleurde bril lezen en zijn ze niet meer alert op de inhoud van de les.
En dat doen ze niet alleen tijdens het lezen van de tekst, maar ook tijdens toetsvragen. Ze redeneren dan vanuit hun eigen ‘ik’, hun eigen standpunt. Het liefst willen ze toepassingen bij hun eigen belevingswereld. Daardoor zijn ze een stuk minder alert.
Kan het anders?
Ja, maar eerst deel ik nog een zorg over voorkennis met je.
Leesdoelen en voorkennis
In contact met een onderwijsadviseur kreeg ik aangereikt dat voorkennis onderzoeken belangrijk is. De reden zou zijn om te kijken of voorkennis aanwezig, juist, achterhaald, passend, of actueel is. Met als doel dat leerlingen zichzelf leesdoelen stellen.
Voorbeelden van leesdoelen:
- De lezer wil informatie zoeken over een bepaald onderwerp en vraagt zich bijvoorbeeld af hoe hij zijn huisdier moet verzorgen
- De lezer wil weten hoe iets in elkaar gezet moet worden en vraagt zich bijvoorbeeld af hoe hij een auto van lego moet maken
- De lezer zoekt naar meningen en emoties over bijvoorbeeld een bepaalde film en vraagt zich af of die film de moeite waard is om naar toe te gaan
- De lezer zoekt naar argumenten voor bijvoorbeeld een bepaalde stelling en vraagt zich af of hij voor of tegen die stelling is
- De lezer wil zich ontspannen en vraagt zich bijvoorbeeld af of dit een leuk boek is om te lezen
Meer over leesdoelen vind je bij het Expertise Centrum Nederlands – kennisplatform Taaldidactiek.
Ik heb hierbij een kanttekening. Deze leesdoelen stellen de lezer (de leerling) centraal. Het gaat om de wens van de leerling hoe om te gaan met een bepaalde situatie/thema en waarbij hij/zij zélf op zoek mag gaan naar teksten.
En daar zit voor mij de crux.
Er komen heel veel teksten op leerlingen af, ook straks in de maatschappij. Teksten die gelezen moeten worden.
Een zender deelt een belangrijke boodschap mee. De ontvanger moet dan de zender begrijpen. Als leerlingen hun voorkennis erbij pakken, dan gaat het helemaal mis. Want interpreterend lezen leidt tot miscommunicatie.
De grote spagaat
Ik vind het voor de toekomst van ons onderwijs belangrijk dat leerlingen leren lezen met een leesdoel. Dat kan bij opdrachten waarbij leerlingen iets MOGEN/WILLEN doen met een tekst. Dat werkt super motiverend.
Tegelijkertijd is het ook belangrijk dat leerlingen een tekst MOETEN doorgronden die ze voorgeschoteld krijgen, waarbij ze MISSCHIEN iets MOETEN doen. In de toekomst krijgen ze te maken met teksten van de overheid (bijvoorbeeld de belastingdienst), verzekeringen, bijsluiters van medicijnen.
Dan gaat het om het begrijpen van de communicatie van de ander, want er moet mogelijk actie op ondernomen worden.
En ja, er is woordenschat nodig, maar zonder vooroordeel.
Voorkom verwarring
Wat mij betreft moet voorkennis activeren bij begrijpend lezen niet gaan over het onderwerp van de tekst wat leerlingen meenemen vanuit de eigen belevingswereld, dan gaan leerlingen uitweiden.
Het moet gaan over hoe je informatie ordent bij de juiste persoon uit de tekst, hoe je verbanden legt, hoe je een goede samenvatting geeft, een hoofdgedachte eruit haalt, conclusies trekt, hoe je vragen op een goede manier beantwoordt. Het gaat dus om studerend lezen.
Daarom zou een betere begripsdefinitie zijn:
- Achtergrondkennis gaat over persoonlijke kennis, vaardigheden, ervaringen en meningen rondom het onderwerp van de tekst.
- Voorkennis gaat over al eerder onderwezen leerstof.
Mijns inziens moet voorkennis bij begrijpend lezen gaan over hoe je een tekst doorgrondt. Hoe werkt het systeem van begrijpend lezen, zodat leerlingen gaan denken in verbanden leggen.
Lees meer over studerend lezen.