Bij begrijpend lezen leren kinderen allerlei tekstsoorten te lezen. Bij elke tekstsoort hoort een andere leeshouding. Veel kinderen zijn zich daar niet bewust van en daardoor wordt de essentie van de schrijver soms gemist.
Aan jou als leerkracht/RT/ouder om kinderen daarvan bewust te maken.
Informatieve teksten
- Voorbeelden van informatieve teksten: krant, zakelijke brieven.
- Doel van de schrijver: informeren.
- Leeshouding: kritisch controleren of de informatie klopt.
Instructie teksten
- Voorbeelden van instructieteksten: recept, bijsluiter van medicijnen, opdracht/stappenplan in een werkboek, aanwijzingen op een hangbordje om te doen zoals 'lamp uit' 'veeg je voeten', sommige zakelijke post.
- Doel van de schrijver: instrueren.
- Leeshouding: nauwkeurig lezen en alles opvolgen..
Activerende teksten
- Voorbeelden van activerende teksten: uitnodigingen 'kom ook....' / reclame: 'bestel nu.....'
- Doel van de schrijver: aanzetten tot actie.
- Leeshouding: keuze of je dat wilt doen.
Overtuigende teksten
- Voorbeelden van overtuigende teksten: reclame-uitingen, politieke uitingen, voorstellen in een bedrijf.
- Doel van de schrijver: aanzetten tot het vormen van dezelfde mening.
- Leeshouding: je mag een andere mening hebben. Een mening is maar een mening.
Verhalende teksten
- Voorbeelden van verhalende teksten: (kinder)boeken, verhalen in tijdschriften, stripverhalen.
- Doel van de schrijver: vermaak bieden.
- Leeshouding: lekker genieten van verhalen.
Leesmotivatie
De leesmotivatie groeit als het onderwerp van tekst past bij de belevingswereld en interesse van kinderen.