Het samenwerkdilemma: 'gekort worden op je salaris'
Stel je voor dat jij in een bedrijf werkt. Je krijgt te maken met een enorm dilemma: je salaris hangt af van de inzet van de groep. Pietje is een echt meelifter en loopt de kantjes er zwaar af. Als je hem erop aanspreekt, krijg je een grote mond terug en hij doet nog minder. Klaasje is nog erger en die eist bewust dat je zijn werk er ook nog even bij doet. In het bedrijf is de afspraak dat als je om hulp vraagt bij de samenwerking het salaris van iedereen omlaag gaat.
Dilemma: trek je aan de bel, met als gevolg dat je salaris omlaag gaat? Of werk je harder om in elk geval je salaris te behouden? En.....kun je de manager vertrouwen die zegt dat je het gewoon kan aangeven, want dan mag je de hoogte van je eigen salaris houden en mogen Pietje en Klaasje alsnog het werk gaan doen. Of ze worden gekort op hun salaris. En wat doet klagen bij de manager met de groepssfeer? Ben je daarna dan de pisang?
Als je als manager in je bedrijf niet goed doorhebt wie elkaar onder druk zetten en geen verantwoordelijkheid nemen, dan zijn verkeerde aannames zo gemaakt. Een angstcultuur is heel snel onderhuids gekweekt. Vooral bij introverte mensen.
Maar samenwerken doe je niet alleen in een bedrijf, dat doe je al op de opleiding en ook op het voortgezet onderwijs.
Leiderschap is alles
Bekijk deze video over meeliftgedrag (no struggle and co). Interessant is dat de kartrekker in de video de machtspositie heeft om meelifters stevig aan te spreken. Vergelijk dat met de bovenstaande situatie waarbij er een manager is die van buitenaf het team aanstuurt. Wat zegt dat over het getoonde leiderschap: autoritair, democratisch, laisser-fair, dienend? Kijk ook eens kamp van Koningsbrugge of No way back. Leiderschap, inzet en broederschap zijn bepalend voor hoe het gaat in de groep.
Wat is samenwerken in het voortgezet onderwijs?
Samenwerkingsopdrachten zijn er in alle soorten en maten. Er zijn opdrachten waarbij leerlingen iets moeten onderzoeken tijdens een practicum en waar ze samen een verslag over moeten schrijven. Of er moet iets creatief ontworpen worden, waarbij ze foto's/video en een verslag in moeten leveren. Of ze moeten een bepaald maatschappelijk onderwerp uitdiepen door informatie te zoeken en er een mening over te geven. En er zijn opdrachten waar een presentatie bij gegeven moet worden.
Sommige opdrachten duren 1-2 lessen, andere opdrachten een hele periode, maar er zijn ook opdrachten waar meerdere maanden achter elkaar aan wordt gewerkt, zoals bij een PWS. Er zijn leerlingen die zelfs op de presentatieavond nog de presentatie in elkaar moeten zetten. En er zijn leerlingen die (tijdelijke) schade oplopen door een slechte samenwerking.
De groep bestaat uit 2-6 personen. Soms zijn leerlingen gedoemd om altijd met elkaar samen te werken. Soms doordat ze jarenlang naast elkaar zitten en er claimgedrag is. Soms omdat andere leerlingen sneller groepjes hebben samengesteld en hoe sterker bepaalde samenwerkingsverbanden, hoe moeilijker het is om daar tussen te komen. En door de wisselende docenten heeft niemand zicht op welke samenwerkingen effectief zijn en welke zeer destructief.
Geregeld worden opdrachten meegegeven als huiswerk. Dat betekent per direct dat leerlingen online met elkaar communiceren. Dat is zonder begeleiding voor verschillende leerlingen erg moeilijk. De toonzetting, het tijdsstip (je valt andere leerlingen niet lastig laat in de avond), op tijd samenvoegen, elkaar controleren, werken in een online document (google docs), het halen van de deadline....het gaat geregeld mis bij samenwerkopdrachten. Tot grote frustratie. Sommige leerlingen doen heel veel, andere leerlingen doen niets en in het ergste geval zetten ze medeleerlingen onder druk om hun deel over te nemen. Dit gebeurt ook op havo en vwo niveau.
Een veel gebruikt instrument is de rubric om leerlingen te beoordelen op hun samenwerking. Een van de punten die er staat is of de samenwerking zelfstandig ging of met hulp. Stel dat je als leerling om hulp vraagt, dan gaan er per direct punten af van het eindcijfer. Als je als leerling aangeeft dat de samenwerking niet goed verliep, zijn er meelifters die zo dominant zijn, dat ze zelfs docenten om krijgen en zeggen dat ze een laatwerker zijn en dat de kartrekker niets voor hen overliet. De kartrekker wordt dan nog bestraffend toegesproken, terwijl hij/zij alleen een goed cijfer wil halen, omdat hij/zij dat nodig heeft voor bijvoorbeeld de overgang naar het volgende leerjaar.
Hoe kan het dat er zoveel verschillende ervaringen liggen tijdens een samenwerkopdracht? Dan kom je uit bij drijfveren.
Wat betekenen drijfveren in de samenwerking?
Leerlingen hebben verschillend drijfveren. Ze willen:
- een veilige groep
- de leiding nemen of in het slechte geval de baas spelen
- een helder plan en op tijd klaar zijn
- goede resultaten behalen
- vooral gezelligheid, maar in het slechte geval worden er opmerkingen gemaakt ten koste van anderen.
- ruimte voor inbreng
- het grote plaatje zien en een bijdrage leveren die er toe doet.
Als je leerlingen bij elkaar zet die elkaar negatief versterken of leerlingen die weinig aanpassingsvermogen en verantwoordelijkheidsgevoel hebben, dan liggen conflicten op de loer. En wanneer conflicten niet worden aangepakt, kan dit uitmonden in pestgedrag. Vooral omdat de hersenen van leerlingen nog niet volgroeid zijn en de executieve functies nog in ontwikkeling zijn, zijn samenwerkopdrachten al snel een bron van irritatie. En dan is de begeleiding van de docent cruciaal.
Begeleidingsaanpak bij samenwerken
Als je kijkt waarom leerlingen stranden in een samenwerking, dan zijn er leerlingen die gewoon geen zin hebben om iets te doen, die niet snappen waarom ze het moeten doen, die niet snappen wat ze moeten doen en/of die niet snappen hoe ze het moeten doen. Elk van deze leerlingen heeft een andere begeleidingsaanpak nodig.
Leerlingen die geen zin hebben, zullen moeten leren dat het zonder zin ook kan. En dat je de opdracht niet doorschuift naar een ander. Ze hebben meer aansturing en ook korte termijn beloning nodig om ze in beweging te krijgen. Zelfs met humor zijn leerlingen in beweging te krijgen. Maar voordat je de conclusie trekt dat een leerling niet gemotiveerd is, moet er doorgevraagd worden wat er achter zit. Zit het in de taak of in vaardigheden in de samenwerking?
Leerlingen die geen inzicht hebben in waarom de opdracht belangrijk is, zullen duidelijke redenen nodig hebben wat je er nu en in de toekomst mee kan.
Leerlingen die niet snappen wat ze moeten doen, moeten de opdracht beter lezen of meer uitleg krijgen passend bij hun zintuigelijke ingang. De ene leerling is sterker visueel, de andere leerling auditief ingesteld. Sommige leerlingen moeten het gewoon eerst even voor zich zien. Zodra ze er er zich een beeld bij hebben gevormd, gaat het vaak prima.
Leerlingen die niet begrijpen hoe ze opdracht moeten maken, zullen moeten herlezen, leren door fouten te maken met evalueren, vragen stellen en extra uitleg. Er zijn leerlingen die baat hebben bij even samen opstarten om in de flow te komen. Andere leerlingen willen gewoon beginnen en zien wel hoe ver te komen. Als ze stranden kunnen ze altijd nog om hulp vragen.
Zo zijn er dus allerlei knelpunten in de samenwerking waar leerlingen in moeten leren. En dit gaat niet vanzelf. Helaas denken docenten en schoolleiders dat leerlingen zelf wel leren samenwerken. En dat ze wel naar hen toe komen als er iets mis gaat. Maar dat is niet hoe het werkt. Wees aanwezig tijdens een samenwerkopdracht. Ken je dat programma 'undercover boss'? Loop op die manier veelvuldig rond in de klas en kijk of er voor iedereen voldoende ruimte is om op te bloeien en dat iedereen ook zijn/haar verantwoordelijkheid neemt.
Ontdek waar de knelpunten liggen en coach de leerlingen daarin, zodat ze straks van meerwaarde zijn voor de samenleving en een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan een team. Zo ontstaan er dus concrete leerdoelen waar je leerlingen vaardigheden bij aanleert.
Concrete leerdoelen vanuit de knelpunten bij samenwerken
Knelpunten kun je omdenken naar leerdoelen:
- het goed lezen van de opdracht en helder hebben aan welke eisen de opdracht moet voldoen.
- het maken van een taakverdeling.
- elkaars talenten en drijfveren kennen om elkaar om hulp te vragen.
- het nemen van verantwoordelijkheid.
- afspraken maken over hoe je samenwerkt in google docs.
- afspraken maken wanneer je met elkaar samenwerkt/overlegt en via welk medium.
- afspraken maken over de manier waarop via de app gecommuniceerd wordt.
- jezelf leren beschermen door goede back-ups en duidelijk krijgen wat een ieder heeft gedaan.
- het op tijd aanleveren van materiaal om te kunnen samenvoegen.
- elkaar aanspreken op inzet en resultaat.
- omgaan met gegeven feedback.
- elkaar complimenteren en opbouwen.
- elkaar controleren.
- het op tijd inleveren waarbij iedereen daadwerkelijk iets gedaan heeft.
Voorbeeldgedrag van de docent
Wat laat jij als docent zien? Werk jij zelf altijd last-minute? Heb jij je eigen zaken zelf niet zo goed op orde? Vraag jezelf dan af of jij de gewezen docent bent om een samenwerkingsopdracht aan leerlingen te geven en te begeleiden. En welke mindset heb je nodig en welke vaardigheden ga je inzetten om hierin eerst zelf te verbeteren, zodat je je leerlingen daarin kunt meenemen. Live what you preach is namelijk inspirerend voor leerlingen en het leidt tot respect.
Verder lezen
Lees meer over effectief en respectvol samenwerken: Bevorder de samenwerking tussen leerlingen (onderwijs2go.nl)
Kwaliteitsverbetering
Wil jij graag een trainingsdag over effectief samenwerken in het VO of MBO volgen, hoe je leerlingen coacht en goed doorvraagt? Neem contact op: contact@onderwijs2go.nl.